woensdag 2 februari 2022

OP VERZOEK: 'OUDE LISSEWEEGSE LAPNAMEN'


Tijdens de eerste, alsook in het begin van de tweede helft van de vorige eeuw,

waren er veel lissewegenaars die beter gekend waren onder hun lapnaam,
( bijnaam ) dan met hun werkelijke naam. Een vijftigtal van hen heb ik persoon-
lijk gekend. Het valt op dat Vandepitte een veel voorkomende familienaam was
in Lissewege. Deze dorpsfiguren zijn allen reeds vele jaren overleden.
Dank voor de hulp die ik gekregen heb van enkele lissewegenaars zoals o.a.
van mijn nichten Alphonsine Styns en Lucette Brouns, mijn neef Eric Brouns,
Romanie Timmerman en Rudy Huyghebaert.
Enkele namen heb ik gevonden in een boekje, geschreven door wijlen auteur en
lissewegenaar Johan Ballegeer.

Schelen Declerck ( Joseph Declerck ° 1865 de oom van mijn vader, was hele-
maal niet scheel, maar hij had een lange grijze baard zoals koning Leopold II,die
was scheel, vandaar! Na de tweede wereldoorlog, hij was toen reeds op hoge
leeftijd, schoot hij eens met zijn karabijn, van uit zijn deuropening, een haas,
die zich bevond op het veld, over het vaartje. Mijn nonkel Jozef (Moustje Styns)
heeft hem eens, toen hij dronken was, in zijn kruiwagen naar huis gebracht.

Pier Komiek (Cyriel Vlaeminck) een vriend van mijn vader, had maar een oog.
Was metser en had het zicht op zijn ander oog verloren tijdens werkzaamheden,
er was ongeblutste kalk in terecht gekomen. Pier was een plezante man.

Tjeppen Galle (Jozef Galle) een hard werkende landbouwer die
evenveel en hard kon vloeken.

Moustje (Jozef Styns) °1893 + 1990 mijn nonkel, een klein vinnig ventje,
was reeds 90 jaar toen hij nog boven op het dak van zijn huis zat te werken.
Een groot duivenliefhebber, metser en harde werker. Mijn plezantste nonkel.

Hilda Kloeffe (Hilda Vandepitte) °1899 + 1976 de echtgenote van Moustje
en dochter van Kloeffe Pitte en de Brobbelette.

Irma van Stantjes (Irma Van Kersschaever) hield een winkeltje open.

Schoaper (Maurice Delove)

Goaze (Elza Verstappen) de echtgenote van Schoaper.

Dum (Theophiel Peere) hoefsmid. Als kind verwarmden wij ons soms
in zijn smisse en keken vol bewondering toe, hoe hij de paarden besloeg.

De Gerokten (Edgar Van Quathem) °1899 +1969 de echtgenoot van
mijn tante Lies (Alice Styns) Deze tien personen woonden in
de Dudzeelse Steenweg, nu Ter Doeststraat.

Katte (Romain Baes) woonde in de Garre, een zijstraat van de Dudzeelse Steenweg.
Heeft met zijn gezin op het einde van de oorlog, in een bunker gewoond,
in de dreef die naar het Ter Doest leid. Toen wij er later, als kind in speelden,
zagen wij dat hij op een van de muren geschreven had, Hier heeft de kat gewoond.

Fiette (Emelie Danneels)

Den Akster ( Alfons Boi) ° 1889 de broer van Frans (Sissen Berziel)

Gatje Kosters (Henri Decoster) °1878 +1937 een klein mannetje,
gatje boven d’eerde zei men. Deze vier personen woonden,
in wat wij de Garre noemden, werkelijke naam ????

Leëze (Camiel Styns) °1898 +1983 mijn vader. Wij woonden langs het vaartje,
aan de overkant van de Dudzeelse Steenweg, tegen de Poermolen dus.
Toen mijn vader, als kind, eens speelde met enkele vriendjes, gaven ze elkaar
elk een lapnaam, de ene was schoe, de andere kloeffe, mijn vader was leëze (laars)
Gans zijn leven heeft hij die naam behouden. Mijn vader was,
eveneens al zijn broers, metser en een harde werker. Ze waren ook gekende
levensgenieters en goede duivenmelkers.

De Brimmel (Camiel Pickavet) °1879 viskoopman, woonde een
vijftal huizen van ons vandaan.

Fons Groate (Alfons Jaxsens) had een bult, werd er in die tijd, soms mee gepest.

Rucker (Robert Deketelaere) de vader van mijn,
helaas te vroeg gestorven vriend Andre.

Parut (Maurice Verstappen) woonde naast Rucker, waren elk met een zuster gehuwd.

Mai Tette (Maria Debacker) °1881 +1961 de zus van Stiene Poep,
had grote hangborsten.

Fonten Tee (Alfons Debacker) de zoon van Mai Tette,
had dus dezelfde familienaam als zijn moeder, in die tijd kneep men
ook al de katjes in het donker, toen was er nog geen sprake van de pil,
een condoom was in Lissewege ook al niet te verkrijgen.
In die tijd kon men enkel de kerk uitgaan voor het zingen…..
Deze vijf personen woonden in wat wij toen de Poermolen noemden.

Kloeffe Pitte (Louis Vandepitte) °1869 + 1919

De Brobbellette of de Kloeffinne (Louise Verlinde) echtgenote van
Kloeffe Pitte en de ouders van Hilda Kloeffe. Zij waren dus de schoonouders
van mijn nonkel Moustje (Jozef) Ze hadden een spekkenwinkeltje naast
de bakkerij van Remi en Sabine Vermandere.

Stiene Poep (Celestine Debacker) de zus van Mai Tette

Stan Broucke ( Constant Vandebroucke) woonde in een klein huisje
rechtover de Brobbellette. Hij viste eens een dood kalf uit het vaartje.

Remi Vermandere had ook enkele koeien, die zette hij ’s avonds in een
stal naast het huisje van Stan Broucke. Tijdens de dag graasden
ze in de bilk, een weide waar er fruitbomen stonden. Sinds 1970 is er daar
een sociaal wooncomplex gebouwd. De drie huisjes waar o.a. Stan Broucke
in woonde, waren de eigendom van mijn nonkel Moustje.
Stad Brugge heeft ze aangekocht, gerenoveerd en zijn omgebouwd tot één huis.

Maine Poep (Germaine Vandebroucke) dochter van Stan Broucke.

Miss Belga ( Gerarda Vandebroucke) zuster van Maine Poep.
Zware belga rookster, is op het einde van de jaren veertig naar Sluis verhuist.

Tille Pauw (Cyriel Jaxsens) woonde naast Stan Broucke

God ter Djieje (Jules Reychler) woonde naast Tille Pauw

Sissen van Dokens (Telesphoor Duysburg) zoon van Eugenie???

Uznie van Dokens (Eugenie Pintelon) hield de herberg "In den Tijger" open,
men noemde het "Bij Uznie van Dokens. De kippen liepen op de biljarttafel,
overal lag er kippenstront. Heb eens, in mijn kinderjaren, samen met
roste Fonten (Hillewaert) paardenstront in haar café geworpen.
Wist niet dat een oud vrouwtje nog zo hard kon lopen achter twee snotneuzen……

Deze tien personen woonden in de Willem van Saefthingestraat.

Sissen Jaks (Frans Jacxsens) °1869 +1949 woonde op het plein voor de kerk.

Lowieze van Fikken Boi ( Louisa Dezutter °1875 +1948) en
Victor Boi °1866 +1939 mijn grootouders langs moeders kant.
Zij hielden de herberg "Sint Sebastiaan" open, schuin over de bakkerswinkel
van Frans en Irma Maelstaf, in de nu Walram Romboudstraat.
Victor was voerman, zijn paard en kar kwamen eens alleen naar huis,
de voerman lag zijn roes uit te slapen langs de grachtkant.
Ik was drie jaar toen mijn grootvader, in 1939 overleed,
maar mijn moeder heeft mij meermaals deze anekdote verteld.

Boastje of den Witten Dies (Désire van Kersschaever) °1881
eigenaar van het huis en de herberg die mijn grootouders openhielden,
woonde ernaast.

Kinne Maelstaf (Frans Maelstaf) °1902 bakker, had een grote kin.

Oktaf van Pietjes (Octaaf Van de Velde) °1886 herbergier in de Lisput
waar er nu een dagbladhandel is. Zijn dochter Diane trouwde met
Marcel Vermandere, leeraar en zoon van Remi en Sabine die een
bakkerswinkel hadden, later overgenomen door hun oudste zoon Michel
die gekend was in de streek voor zijn uitstekend boerenbrood en die
aan huis leverde gezeten op zijn triporteur.

Feste (Alfons Delporte) voor goede droogvis, moest men bij Feste zijn.

Deze vijf personen woonden in de nu, Walram Romboudstraat.
De vroegere naam van sommige straten ben ik vergeten.

Polletje de slunsemarchand (Pol Huyghebaert) kwam bij ons de konijnen
slachten en kreeg dan de pels mede naar huis. Mijn vader deed,
tijdens of kort na de oorlog, op een zondag, eens een karweitje bij hem thuis,
het was konijn. Tijdens het eten zei Polletje meer dan eens miaaw.
Mijn vader dacht, waarom zegt hij dat steeds, na het eten zei Polletje
dat het geen konijn was dat ze gegeten hadden maar een kat.
Naar het schijnt kan men het verschil niet proeven, men kan het enkel
zien aan de kop, die van een kat is rond. Nadien is er daar hartelijk
mede gelachen. Polletje was een gekend figuur en de
grootvader van Rudy van tlissewegenartje.

Djellen (Willem Pickavet) °1881 +1967, een grappenmaker,
was trommelaar bij de fanfare Kunst en vermaak.

Pakkenol (Jan Runtjes) tegen zijn broer Omer zei men ook Pakkenol.

Lieve Moan (Romaan Pyckavet) )1885 +1956

Pietje van Moans (Octaaf Pyckavet) beenhouwer en zoon van Lieve Moan.

Jan Troen (Albert Lapouter)°1900 schoenmaker, de oom van Willy Lustenhouwer,
de Brugse volkszanger. Jan had tientallen zangkanaries die hij in
kleine kooitjes hield in zijn werkplaats.

Sissen Berziel (Frans Boi) °1896 brouwer, een neef van mijn moeder.
Had vroeger een herberg "In de Bresil" vandaar….

Maria geirn gepoept (Maria Schrooder) een mooie vrouw,
was afkomstig van Brugge.

Pol de Gendarm (Pol Vandepitte) de schoonvader van mijn nonkel Lowie.

Is nooit gendarm geweest, maar hij had een grote snor,
zoals de meeste rijkswachters er een hadden in die tijd.

Koolkroptje (Rudolf Duysburg) °1907 groentehandelaar,
lid van de fanfare.

Marquet (Maurice Vandepitte) °1902

Deze elf personen woonden in de Hoogstraat.

San Floche (Petrus Neels) Voor de oorlog hadden de Belgische soldaten
een floche (kwispel) aan hun muts hangen. Soldaten die zwaar gestraft
werden, b.v. voor desertie werden hun floche afgesneden en waren dus
sans floche (zonder kwispel)

Juultje Patries (Juul Linskens) °1898 +1969

Tiele Nette (Esperance Linskens) °1900 zuster van Juultje Patries

De Vuulkarre (Magdalena ??) was gehuwd met ene Smessaert,
was geen al te propere vrouw, in die tijd wou dat al wat zeggen.
Las altijd luid de tekst mede tijdens de cinema vertoning.

Sneeuwitje (Louise Aernout) was ook geen al te proper meisje.

Logghe (Medard Gunst) °1897 had een broer die men Lander noemde,
waarschijnlijk was dit Leander.

Den Hiengst (Alfons Vandevelde)

Tarzan (Diseré Vermout)

Fontje Pies (Alfons Ballegeer)

Madleine Teut (Magdalena Huyghebaert) °1902 de moeder van Fontje Pies

De Bulte Kapstok (Evarist Claeys) °1874 had inderdaad een bult

Deze elf personen woonden aan de linkerkant van de Hoogstraat die
men smalend langs het Reitje noemde. Daar stond ook het huisje van
de ouders van Johan Ballegeer. Ik ben meermaals met mijn vader,
tabak gaan kopen in de Prieba, zo noemde men het winkeltje van Polientje,
de moeder van Johan. Hij was negen jaar ouder dan ik, maar ik zie hem
nog schooltje spelen, met stoelen in hun keuken. Zijn vader zei toen reeds
dat Johan onderwijzer zou worden. Niemand had toen echter gedacht dat
hij later zo een bekend auteur zou worden,
hoeveel boeken heeft Johan geschreven ???

De Suisse (Edward Vandycke ) winkelier en kerkbaljuw.
Wij zaten stil in de kerk toen Wardje naderde in zijn plechtstatig uniform
met zijn hellebaard in zijn hand.

Juteko (Mevrouw Alice Depreitere – VanCauwenberge) °1894 schooljuffrouw,
wij noemden haar beleefd Madam. Heb van haar les gekregen in
het eerste studiejaar. Had een zoon en een dochter, de zoon, een stille jongen,
is priester geworden, de dochter, eerder een wildebras, is in het klooster getreden.

De Ippern of Pupe (Jules Gobert) °1882 +1964
Hoofdonderwijzer en muziekmeester.

Fonsen Kei (Alfons van Kerschaever) °1877 schoenmaker.

Beete (Firmin Pintelon) °1882 bakker

Dies Karote (Désire Van Nieuwenhuyse) ° 1856

Deze zes personen woonden in de Stationstraat.

Piot (Eugéne Strubbe) °1900

Paula de Bulte (Paula Jacxsens)

Tjieter (Emiel Deschacht) was de broer van Jeannetje de foorkraamster.

Camiel de Hond (Camiel Danneels) kon blaffen gelijk een hond.

Pier Ko (Petrus Dusoir)

Liette Poerre (Rosalie Brunooghe) ° 1869 minne (vroedvrouw

Humtje (Leonie Vandepitte) °1883+1958 Liep steeds kuchend over straat.

Zwien Verheye (Firmin Verheye) °1900 veekoopman

De Pikeur (Maurice Houteman)

Pier Ladder (Hypoliet Vermeersch)

Pol Zokke (Pol Vandebroucke)

Slok (Achiel Jacxsens) °1880 +1955 paswerker

De Dunder (Kamiel Gunst)

Seven Benjamin (Jozef Desmidt)

Pier van Poep (Pieter Van Poucke)

Sissen Kloeffe (Frans Caullet) onderpastoor

Pier Duvel (Petrus Demunter) echtgenoot van Melle Kasse

Melle Kasse (Emelie Willaert) °1854 +1932

Mon Puppegruus (Edmond Van Haverbeke) °1893 ferfent pijroker

Haptje (Gabriël Duysburg) °1867 slager

Den Hollander (Pieter De Jonghe) °1871 +1944 landbouwer

De Grote Nunne (Maria Verduyn) °1851 Hoofdonderwijzeres en stichtster van de meisjesschool.

Wuuf Stappens (Leonie Deweerdt) °1881

Tom Pouce (Tavernier ??)

Tjeppen Zeike (Jozeph Jacxsens) °1887 +1946

Stiene Goedje (Celestina Hoste) ze had zes dochters met Tjeppen Zeike

Tanse Bil (Louisa Hortensia Claeys) °1874

Kapstok (Kamiel Vandenberghe)

Sling (Van Audenaerde ?? )

De Nikker (Hector Janssens)

Den Bleuzer (Oswald Doucy) °1888 onderpastoor

Djaoke (Oscar Jacobs) postbode

Treze Moeie ( Wed. Blomme)

De Joker ( De Coninck ?? )

Kappen (Verstappen ?? )

Koente (Janssens ?? )

De witte Board (Van Kersschaever ??? ) broer van de Witte Dies

Zo, dit waren 102 lapnamen van allen reeds vele jaren overleden lissewegenaars.
Er waren er wellicht nog veel meer die een lapnaam hadden, maar ik houd het bij die 102.
Ik ben geboren in Lissewege, in april 1936 en heb er nog familie wonen.
Groetjes van een oud, sinds 1952 uitgeweken (nu oostendenaar) lissewegenaar.

Carlos Styns

Geen opmerkingen:

Een reactie posten